
Stefan Witteman brengt de 17e eeuw helemaal terug
Stefan Witteman zit op een stapeltje bouwmaterialen aan een snel bekertje koffie. Hij is allround restaurateur. Dit 17e eeuwse pandje in De Rijp brengt hij voor de eigenaren helemaal terug in originele staat, van binnen en van buiten.
Bouwtekeningen ontbreken. Wanneer het precies gebouwd is? Ergens tussen 1640 en 1710, schat hij. ,,Je kijkt naar de jaarringen in de balken. En het is een grenen pandje, dat zegt ook al iets.“ Grenen is hout van de grove den. Witteman: ,,De bomen waren op het moment van gebruik vaak een jaar of zestig oud. Ze zijn daarna nog gewaterd en gedroogd. Dat neemt ook enkele jaren in beslag. Als de bouwmethode en de indeling van het huis dan ook nog overeenkomen, kan het bijna niet missen.”
Melkmeid
Hij wijst richting voorgevel. Halverwege heeft een ‘melkmeid’ gezeten, die deelde de kamer in tweeën. ,,Een melkmeid is een deur met twee ramen. De deur in het midden is als het melkmeisje, en de ramen links en rechts zijn dan de emmers.“
Witteman: ,,Hier heeft een smuiger gezeten. Weet je wat een smuiger is? Een type schouw dat je vooral in de Zaanstreek en West-Friesland tegenkomt, bekleed met tegeltjes waarop afbeeldingen staan, bijbelse taferelen of landschappen. Vaak zie je links een hond, die staat voor waakzaamheid, en rechts een kat, die de muizen uit het huis jaagt.”

,,Het was een puinbende toen we hier kwamen’‘, zegt hij, en loopt intussen naar de voorkant van het huis. ,,De korbelen (verbinding tussen een horizontale balk en een stijl) waren allemaal betimmerd.“ Weggewerkt dus. Nu zijn ze weer te zien. De balken voor de vloer op de eerste verdieping steunen erop. ,,Kijk, deze hebben ze omgedraaid. De onderkant was kennelijk rot, maar zo was-ie nog wel bruikbaar. Je kon hier geen korbeel meer aanbrengen, daar was de ruimte niet voor, daarom hebben ze een balkslof (korte houten ligger) gedaan.”
Machineslag
Witteman heeft nieuwe vloerdelen gemaakt. Het zijn brede grenen planken, gewaterd en gedroogd, net als vroeger. En met de hand geschaafd, om het ruwe er vanaf te halen. ,,Je hebt daar tegenwoordig vandiktebanken voor, maar ik doe het liever met de hand, want als vloerdelen door een vandiktebank gaan, zie je de machineslag zitten. Daarna opschuren kan, maar met de hand schaven is mooier. Kijk maar. De plank golft een beetje. Dat brengt die sfeer van vroeger weer in huis.“

Hij loopt de trap op naar boven, opent daar een deurtje en houdt zijn vinger tegen de sierlijst (toog) die boven de raampjes in de deur loopt. ,,Hier was niks meer origineel’‘, zegt hij. Voor het schothout, naast de deur, heeft hij vuren gebruikt. ,,Vuren heb je ook in verschillende breedtes en het is wat betaalbaarder dan grenen.“
We lopen naar de toekomstige slaapkamer aan de voorkant. Hij opent het houten deurtje van een inbouwkast. Ouderwetse houten wervels en knoppen zitten eraan, precies zoals het hier hoort en waarschijnlijk ook heeft gezeten. De scharnieren voor deze deurtjes zijn door Witteman zelf gemaakt. ,,Origineel smeedwerk”, zegt hij. ,,Hier ben ik ooit mee begonnen, geleerd van m’n vader.’’ Oude tijden keren terug. Witteman kijkt omhoog. ,,Je ziet de vloerdelen van de zolder.” Met, duidelijk zichtbaar, de handgeschaafde planken.
Tegeltjes
Witteman: ,,Ik doe liever geen concessies. Authentiek is authentiek.” De tegeltjes die hij gebruikt komen dan ook bij voorkeur uit de tijd van het pand zelf: 17e of 18e eeuw. ,,Ik verzamel ze.“ Wordt er iets gesloopt? Dan probeert hij dergelijke tegeltjes en andere historische, herbruikbare bouwmaterialen te redden.
We staan bij de deur naar de douche aan de achterzijde. De buitenramen lopen over de volle breedte. Tijdens een douche heb je zo uitzicht over de gracht. ,,Dit zijn replica’s”, zegt hij over de tegeltjes, die wit zijn, maar allemaal net even anders. ,,Beneden zijn de tegels écht oud. Die kosten een tientje per stuk. Deze replica’s (twee euro per stuk) zijn trouwens ook handgemaakt, de bakpunten zitten erop, zie je? Daarop zijn ze in de oven gelegd. Uit Friesland komen die.“

Onder een oud aanrecht van natuursteen heeft hij keukenkastjes getimmerd. ,,Ik vind het blad zelf een tikkie te grof voor hier. En daar, in de hoek, komt een moderne plee. Ik stel altijd voor om zo’n oud schijthuis te maken.“ Hij laat er een zien op z’n telefoon. Het oogt simpel: een houten kist met een rond gat erin. ,,Zoiets maak ik meestal, dat hoort erbij, bij zo’n huis. Het is ook nog ‘ns hygiënisch, want er kan niks onder komen.”

We staan inmiddels op de zolder. Misschien wel het meest bijzondere deel van het huis, volgens Witteman. Hij vermoedt dat er in het dorp (waar veel meer van dergelijke authentieke panden staan) niet nóg zo’n originele sparrenkap te vinden is. Hij wijst op het dakhout. Over dat dakhout is diagonaal een zogenaamd trekspoor bevestigd. Dit trekspoor, een in de lengte doorgezaagde paal met een ronde en platte kant, maakt de verbinding sterker. ,,We hebben het wél het over de 17e eeuw hè’‘, zegt hij. ,,Deze constructie heeft al heel wat stormen doorstaan. Het zit al 400 jaar.“
Hij wijst omhoog. ,,Die daar, dat noemen we de hanenbalk.” Een hanenbalk is een horizontale balk vlak onder de nok van het dak. ,,Die zorg ervoor dat de kapdragers niet knikken.“

Hier op zolder bevindt zich ook een melkmeid. Witteman: ,,Wat mij betreft komt daar geen dubbel glas in. Bij een monument als dit vind ik voorzetramen toepasselijker. Ik gebruik ook het liefst handgemaakt glas, met de bellen er nog in.“
www.stefanwitteman.nl
Dendrochronologisch onderzoek is een onderzoek waarmee aan de hand van de in een balk aanwezige jaarringen de ouderdom bepaald kan worden. Die jaarringen hebben onderling afwijkende breedten, die gerelateerd zijn aan de seizoenen. Jaren met mooi weer, droogte en ook cycli van opeenvolgende jaren van mooier of slechter weer zijn daarin herkenbaar.
Als je de volgende reportages ook wilt lezen – ik schrijf ze voorlopig maandelijks – vul dan hieronder je gegevens in (mailadres is voldoende). Je ontvangt ze dan in je mailbox.
[revue_subscribe]